Posts Tagged ‘Geysir’

FV: Geisers en watervallen

Ondanks de keiharde wind en regen ‘s nachts bleek het de volgende dag mooi droog, haast windstil en een klein beetje bewolkt te zijn; perfect fietsweer!
Nadat we de tent ingepakt hadden en de spullen weer op de fiets hadden geladen was het tijd om te vertrekken uit het mooie Þingvellir. Een plek om zeker nog eens naar terug te keren – wat moet het hier prachtig zijn in de herfsttijd!

Uitzicht over Þingvellir

De paar laatste heuvels van het park maakten plaats voor vals plat, en langzaam verdwenen de groene struiken om plaats te maken voor een kaler landschap met gras, mos en donkere heuvels. Een prachtige plek om even rustig pauze te houden en een broodje te eten!

Ondertussen viel er nog een spontane regenbui, die echter even snel weer over was. We konden schuilen bij een tankstation in een klein dorpje. Er was bijna niemand op de weg (zelfs niet op de weg richting de geiser, waar we toch wel meer verkeer hadden verwacht aangezien het een bekende toeristische attractie is). We kwamen langs het Laugarvatn, waar de weg zich omheen kronkelde. Het was al gauw duidelijk dat we in een geothermisch actief gebied zaten, want her en der zagen we grote stoompluimen uit de grond komen. Soms gewoon uit kleine slootjes, maar vaker uit installaties bij boerderijen die het warme water gebruiken om onder andere het huis mee te verwarmen.
Het laatste stuk schoten we lekker op (behalve dan dat we een aantal kilometers moesten lopen omdat de weg opnieuw werd geasfalteerd en dus helemaal opgebroken lag) en op een gegeven moment kon je in de verte de geiser al zien; af en toe spoot een grote kolom water de lucht in.
Vlakbij de geiser was een camping, en toen we onze tent hadden opgezet voor de nacht was het hoog tijd om al dat warme water eens van dichtbij te gaan bekijken.

Het hele gebied rond de geiser is geothermisch

En natuurlijk de geiser zelf. De actieve geiser is de Strokkur, die om de 6 minuten zo’n 20 meter hoog spuit. De geiser die alle geisers hun naam heeft gegeven, de Geysir, is niet meer actief en spoot water tot wel 70 meter hoog.

De dag erna sprongen we weer op de fiets om de geiser in te ruilen voor een van IJslands grootste toeristische attracties; de Gullfoss. De Gullfoss is een waterval in de Hvítá en zijn naam betekent ‘gouden waterval’, naar de prachtige regenbogen die de zon in het opstuivende water maakt. Het geluk om dat te zien hadden we, want het was prachtig weer; de zon scheen flink. Het was maar een kort stukje fietsen van het geisergebied naar de Gullfoss en we hoorden al van ver het donderende water.

Vanaf de Gullfoss ging de weg over in de Kjölur, het binnenland in. Op de bergen zag je de gletsjers liggen als een blinkende deken in de zon. Wij gingen echter weer terug, richting de N1. Een aantal redelijke ‘bergjes’ verder werd het land weer vlakker, en ook de zon maakte plaats voor donkere wolken toen het weer in één klap omsloeg. Regen! Zo snel als we konden sprongen we van de fiets om onze regenpakken aan te trekken (na die bui op weg naar Þingvellir hadden we wel geleerd dat je beter je regenpak zo snel mogelijk aan kunt trekken) en zo reden we in de stromende regen verder. Die niet lang daarna even snel ophield als hij was begonnen, net toen we een camping in het oog kregen. We besloten daar ons kamp op te slaan en nadat we de tent hadden op gezet was het tijd voor een warme douche. En wat voor één! In een soort 2e Wereldoorlogse-bunker bleek een meer dan heerlijke warme douche op ons te wachten. Hoe lekker die kleine, simpele dingen kunnen zijn na een dag buiten fietsen!