Posts Tagged ‘rondreis’
FV: van Reykjavík naar Þingvellir
Na een hoop tassengesleep en een gezellige laatste dag in Reykjavík met de Schotten, vertrok ik ‘s avonds met de flybus naar het vliegveld om Jordy op te halen. Zijn vlucht zou om 11.30 landen, wat tien minuten later werd. De ontvangsthal stond bomvol; er waren nog minstens 6 andere vluchten die rond dezelfde tijd aankwamen.
Tegen de tijd dat Jordy eindelijk door de schuifdeuren naar buiten kwam was de hal al bijna leeg en was het ruim twee uur later. De fietsen waren er pas na een uur, en moesten natuurlijk ook nog in elkaar gezet worden. Onze volgende stap was het verdelen van onze spullen; gaat dat ooit passen? vroegen we ons af. Ik had natuurlijk extra spullen mee moeten nemen voor op de boerderij en met onze slaapspullen erbij leek het ineens wel erg veel voor onze fietsjes. Maar in het lage licht van de ‘ondergaande’ zon (die niet onder is gegaan!) lukte het dan toch, en konden we onze eerste kilometertjes IJsland wegtrappen.
Na een stukje gefietst te hebben keken we uit naar een slaapplekje. Over al om ons heen zagen we eindeloos lavaveld en nog meer lavaveld. Van veraf leken hobbelige stukken verraderlijk plat. Uiteindelijk vonden we toch een plekje om onze tent op te zetten en rond 4 uur lagen we dan eindelijk in onze tent.
De dag erna zochten we onze spullen uit en de overbodige spullen die teveel ruimte in namen of niet per se nodig waren lieten we achter in een sporttas, tussen de rotsen (het zou ons 5.5 week later nog een aangename verrassing brengen…) De rest ging op de fiets en zo vertrokken we echt.
Het was een warme, zonnige dag zonder al te veel wind – kortom erg goed fietsweer. We moesten door Reykjavík zien te komen en aangezien ze in IJsland geen fietspaden hebben rij je gewoon op de autoweg, ook in de drukke buitenwijken van de stad. Dit was even wennen, vooral het invoegen op klaverbladen en het uitwijken voor afslagen… maar we kwamen er doorheen. Uiteindelijk stopten we ‘s avonds in Mosfellsbær, waar we onze tent kwijt konden op een klein grasveldje dat dienstdeed als camping (douchen kon in het plaatselijke zwembad, de WC was een eco-toilet naast het terrein). Klein, maar het voldeed prima en was ook niet te duur. Zo eindigde onze eerste echte fietsdag.
De dag erna vertrokken we met grauw weer. We reden in de richting van Þingvellir, waar het landschap al snel een stuk heuveliger werd. Toch nog best zwaar al die heuvels! Het werd steeds mistiger en het begon te miezeren; we besloten door te fietsen toen ineens de hemel openbrak. Toen we onze regenpakken tevoorschijn trokken was het eigenlijk al te laat; we waren al zo goed als doorweekt. Toch moesten we verder, en in de stromende regen trapten we door om uiteindelijk op de camping in Nationaal Park Þingvellir aan te komen. Bij de camping zat ook een informatiecentrum met een barretje, dus terwijl we binnen zaten op te drogen genoten we van wat warme chocolademelk en soep met brood – broodjes waarvan ik in de eerste instantie dacht dat ze warm waren (‘Wil je ook een broodje voor ze afkoelen?’) maar toen Jordy ze vastpakte bleken ze gewoon koud te zijn – het lag aan mijn koude handen.
Nadat we opgewarmd waren (en ook wat opgedroogd) zetten we de tent op en gingen we voor het eerst echt koken op ons kleine brandertje: pasta. Iets wat we de halve vakantie zouden eten. Wonderbaarlijk hoe iets simpels zoals spaghetti met pesto en Cup a Soup toe zo heerlijk kan smaken na een dag fietsen door de regen!
De volgende dag bleven we in Þingvellir om te wandelen. Het weer was nog steeds wat grauw en regenachtig, maar ondanks dat kon je er niet onderuit dat de omgeving prachtig was.
Þingvellir is geen ‘gewoon’ nationaal park, het heeft ook een historische betekenis. Naast het feit dat het park precies op de scheiding ligt van twee tectonische platen (de Noord-Amerikaanse en de Europese) – er lopen ook echt grote scheuren door de grond – werd hier in het jaar 930 de Alþing gesticht, het IJslandse parlement. Zo was IJsland in feite de eerste democratie van Europa. Het is dus niet vreemd dat dit gebied voor de IJslanders een grote waarde heeft.
Scheuren in de grond
En natuurlijk ons tentje op de camping!
Over de Kjölur
Voordat we aan onze reis konden beginnen moest ik natuurlijk eerst terug naar Keflavík Airport om mijn vriend op te pikken. Op de heenweg had ik de bus gepakt die mij over de N1, IJslands’ grootste (en eigenlijk enige) rondweg naar Hof reed. Nu kon ik op de terugweg echter met het gezin meerijden (die gingen wandelen in het hoogland) over de Kjölur, één van de drie belangrijkste wegen dwars door het binnenland. De Kjölur komt vlak bij Blönduós uit en eindigt bij de Gullfoss. Deze weg, die tussen twee gletsjers doorloopt (de Langjökull en de Hofsjökull) is ongeasfalteerd en sommige delen zijn alleen met een 4×4 te doen. Desondanks is het een van de ‘makkelijkere’ routes door het binnenland omdat men geen grote rivieren hoeft door te steken.
De Kjölur staat aangegeven op onze overzichtskaart kaart als een geel/rode lijn.
Op deze route ligt Hveravellir, een prachtig geothermisch gebied met borrelende heetwaterbronnen en poelen. Hieronder een paar foto’s van dit bijzondere gebied.
Omdat mijn vriend (Jordy) op zondag aankwam en ik al op donderdag naar Reykjavík vertrokken was, had ik een bed in een jeugdhostel geboekt. Eenmaal daar aangekomen bleek ik mijn kamer te delen met een Schots/Frans meisje, Tabitha. ‘s Avonds zijn we samen de stad in gegaan om wat te eten en wat rond te slenteren. De dag erna vertrok ze naar een ander hostel aan de andere kant van de stad (dichter bij het centrum), maar we spraken tussen de middag af om naar het kunstmuseum te gaan, waar een leuke tentoonstelling hing met allemaal IJslandse kunstenaars.
In de ochtend had ik boodschappen gedaan in het grote shoppingcenter Kringlan, dus ik had wat meegenomen om ‘s avonds in het hostel op te eten. Eenmaal daar aangekomen zaten er drie jongens te praten, waarvan er één mijn nieuwe kamergenoot bleek te zijn. Zijn naam was Paul en hij kwam uit Schotland, wat niet te missen was door zijn dikke accent. De twee andere jongens, ook Schotten (met de stereotype namen Will en George) waren wat beter te verstaan. Ze boden me een biertje aan (de eerste in maanden!) en we hebben de rest van de avond al pratend doorgebracht, tot het toch echt tijd was om te gaan slapen. De dag erna zou ik de laatste dingetjes regelen/kopen en dan richting het vliegveld vertrekken, waar ik eindelijk mijn vriend weer zou zien!
Fietsvakantie IJsland
Inmiddels ben ik alweer even thuis (ik ga zelfs alweer naar school) en ik ben alweer gewend aan het leven in Nederland. Onze rondreis was geweldig, we hebben ontzettend veel gezien (en nog steeds lang niet alles van wat IJsland te bieden heeft)! Ook het fietsen beviel goed, al hebben we twee keer de bus gepakt vanwege slechte wegen, waar onze fietsen niet op gebouwd waren. Buiten dat hebben we toch nog ruim 1000 kilometer afgelegd op onze trouwe stalen rossen; een overzichtskaartje van de afgelegde weg kun je hieronder vinden (klik op de kaart voor een groter formaat).
Ik ben nog steeds bezig met de grote hoeveelheid foto’s verwerken maar uiteraard komen er nog uitgebreidere verslagen van wat we allemaal hebben gezien en meegemaakt!