Ik weet nog goed dat bij mijn aankomst de stallen vol schapen stonden – het is een vreemd gezicht om ze nu leeg te zien. De lammertijd is voorbij (er zijn nog vier schapen die moeten lammeren, maar die staan op een weitje achter de schapenstal) en de lammeren zijn vaak al meer mini-schaap dan lam.

Nu de schapen met hun lammeren buiten staan was het aan ons om de stallen goed schoon te maken; de vloeren schoonspuiten met de hogedrukspuit, oude spullen opruimen etc. Ook zijn er genoeg andere klusjes te doen, zoals het lakken van het houten terras, hekken repareren, bomen/struiken snoeien in het bos of het wieden van onkruid en het geven van kunstmest aan de plantjes. En de guesthouse heeft een grote schoonmaak gehad zodat het helemaal klaar is voor het toeristenseizoen. Inmiddels zijn er bijna elke dag wel gasten.
Ook stonden er steeds weer groepjes jonge paarden op stal die ik halstermak moest maken. Twee ervan (Króna en Kreppa) had ik voor de lammertijd al in handen gehad en met hen kon ik de basis uitbreiden naar longeren buiten en ze laten wennen aan een bitje in hun mond. Nu zijn de jonkies weer van stal af; afgelopen week hebben we ze samen met de merries met veulens naar de hooglanden gebracht. Dit ging te paard over de weg (de kudde liep gewoon los), naar achter in het dal waar een weg omhoog gaat naar de hooglanden. Het was een flinke rit (we vertrokken om één uur en kwamen rond half zes terug – we hebben natuurlijk wel wat pauzes tussendoor gehouden) maar wel een erg leuke ervaring.

Het is ook weer eens tijd voor wat nieuwe foto’s, deze zijn gemaakt vanaf een heuvel verderop en geven een mooi uitzicht over de boerderij;

Ook ben ik inmiddels een paar keer het dal uit geweest – ik zat de eerste vijf weken van mijn verblijf hier eigenlijk alleen maar op de boerderij, op wat uitjes te paard door het dal na. Naar de supermarkt in Blönduós, het dichtstbijzijnde dorp (32 kilometer verderop), naar de dierenarts om een merrie te laten scannen op dracht en op een zaterdag naar de keuring in Skagafirði, waar een hengst van hier meeliep. Ook zijn Tessa en ik inmiddels een paar keer naar Hvammur (‘Kvammur’) geweest, dat is een boerderij hier in het dal waar twee meisjes van onze leeftijd werken, Veronica uit Oostenrijk en Heidi uit Finland. Omdat het vrij dichtbij is kunnen we er ook makkelijk te paard heen rijden, wat we afgelopen week een keertje gedaan hebben. En laatst toen er een wedstrijd was in Blönduós (waaraan ook Eline en de kinderen meededen) zijn we mee geweest om te kijken en even bij het textielmuseum in het dorp geweest.
We rijden nu ook meer paard, om de beurt op Brekí en Bergur en dan zijn er nog Þekkur en Glaumur.

Ondanks dat het hier nog steeds vrij koud is (het schijnt dat het koud is voor deze tijd van het jaar; normaliter is juni droog, vrij warm – 15+ graden – en zonnig; hier was het in de eerste week van juni nog een magere 4 graden en het heeft ook redelijk veel geregend de afgelopen tijd) merk je toch dat de zomer er aarzelend aan komt. Het is voor veel vogels broedseizoen en je moet echt uitkijken waar je loopt omdat je voor je het weet op een nestje stapt. Ook zijn de dagen nu zo lang dat de zon niet echt meer ondergaat; het is om twaalf uur ‘s nachts nog steeds licht.

En nog steeds blijft de tijd snel gaan, ik heb nog maar drie weken hier voordat Jordy komt en we aan onze rondreis kunnen beginnen! Ik kan niet wachten, ik ben zo benieuwd hoe de rest van IJsland eruit ziet en hoe onze reis gaat worden. Nog even…